220 overledenvier mannen en vier vrouwen werden ontslagen en één man werd op 1 Januari 1908 nog in het ziekenhuis verpleegd. Wegens zwangerschap werden drie vrouwen en wegens huidziekte één man opgenomen. De genees- en verloskundige behandeling der zieken geschiedde door de gemeente-geneesheeren en vroedvrouwen. De verpleging en voeding, alsook het in orde houden der zie kenzalen enz. geschiedde onder toezicht van den directeur door den concierge en diens vrouw, aan wie sinds 22 Mei een interne vrouwelijke hulp toegevoegd werd. In het lijkenhuis werden, behoudens de twee in het ziekenhuis overleden patiënten, opgenomen drie lijken. In de barak was op 1 Januari 1907 één patient lijdend aan diphtheritis en werden in den loop van het jaar nog twee patiënten lijdend aan diphtheritis opgenomen. Deze opnamen geschiedden op aanvrage van het Elisabeth-Gasthuis. De voeding en verpleging der zieken in deze afdeeling geschiedde evenals in vorige jaren door de eerw. zusters van het Elisabeth- Gasthuis met de bekende zorg en toewijding. Het aantal verpleegdagen bedroeg 28. De genees- en verbandmiddelen voor de in het ziekenhuis ver pleegden werden uit de gemeente-apotheek verstrekt. Voor aankoop en onderhoud van het materieel van het ziekenhuis, voor hulp en voor het plaatsen van een Geiser met douche en badkuip in de barak werd gedurende het jaar 1907 uitgegeven f 436,775. De gemeente-geneesheeren waren op de door het gemeentebestuur vastgestelde dagen en uren aanwezig tot het gratis verrichten van vaccinatiën en revaccinatiën. Van deze gelegenheid werd een ruim gebruik gemaakt. Het onderzoek van publieke vrouwen had in den loop van dit jaar niet plaats, aangezien zich geene aanmeldden. De vergaderingen der commissie van beheer werden geregeld gehouden en werden daarin de belangen van gemeente-ziekenhuis en apotheek besproken. In deze commissie hadden op 1 Januari 1907 zitting de heer E. H. A. Guljé als voorzitter en de heeren F. J. M. Heijlaerts, W. G. H. Rombouts en J. P. A. J. Rosu als leden. Bij raadsbesluit van 16 Februari 1907 werd tot lid benoemd de heer A B. Bijnen,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1907 | | pagina 267