232
Met de meeste eigenaren kon de gemeente tot eene schikking
komen.
De dientengevolge door de gemeente gekochte gebouwen werden
reeds grootendeels afgebroken. Met twee eigenaren wordt door de
gemeente nog proces gevoerd.
2. Zie verslag 1906 hoofdstuk IV, 8.
(Uitbreidingsplan art. 28 woningwet).
Burgemeester en wethouders vroegen aan de commissie haar
advies aangaande een ontwerp-besluit tot het verbieden van aan
bouw of herbouw overeenkomstig artikel 27 der woningwet.
De commissie antwoordde, dat zij, wat de zorg voor de volks
gezondheid aanging, tegen het ontwerp geen bezwaar had.
3. Zie verslag 1906 hoofdstuk IV 9.
(Terreinen ter weerszijden van Haagweg).
Betreffende het ter zuidzijde van den Haagweg gelegen terrein
kwam de staat met de gemeente overeen, dat de staat het terrein
zou gelijk maken, aan de gemeente kosteloos zou overdragen het
gedeelte van het terrein, dat volgens het uitbreidingsplan is bestemd
tot weg, en aan de gemeente zou verkoopen het gedeelte van het
terrein, dat volgens het uitbreidingsplan bestemd is een pleintje te
worden, verder dat de gemeente de kosteloos verkregen wegen zou
verharden en van rioleering voorzien tegen vergoeding daarvoor
van den staat.
Betreffende het ter noordzijde van den Haagweg gelegen terrein
wordt nog onderhandeld.
4. Van de door de afdeeling Brecla van den Volksbond, ver-
eeniging tegen drankmisbruik, gevormde commissie tot het oprichten
eener naamlooze vennootschap Volkshuisvestingontving de gezond
heidscommissie het verzoek, haar oordeel te doen kennen aangaande
de ontwerpen tot het stichten van 69 woningen op een gedeelte van
het hiervoor sub 3 bedoelde terrein ter zuidzijde van den Haagweg.
De gezondheidscommissie maakte enkele bemerkingen, die tot
eenige wijziging in de ontwerpen aanleiding gaven.
De volksbondcommissie vroeg ook aan de gemeente, een voor
schot van tachtig duizend gulden te verleenen aan de genoemde
naamlooze vennootschap, zoodra deze zou zijn tot stand gekomen.
De gemeenteraad besloot tot het verleenen van het voorschot,
mits dit aan de gemeente zal uitgekeerd worden uit 's Rijks kas,
overeenkomstig art. 33 der woningwet.