248
Hoofdstuk XI.
Uitvoering en handhaving van wetten en
verordeningen.
1. Zie verslag 1906, hoofdstuk XI, 2.
Burgemeester en wethouders vroegen aan de commissie advies
aangaande het door hen aan den gemeenteraad gedane voorstel tot
intrekking van art. '1 en wijziging van de artt. 14 en 99 der bouw
verordening.
De commissie adviseerde tot intrekking van art. 1 en ook tot
wijziging van de artt. 14 en 99, doch dit op de wijze als door de
commissie werd aangegeven.
De gemeenteraad besloot geheel overeenkomstig het advies dei-
commissie, en gedeputeerde staten van Noord-Brabant keurden
het besluit van den gemeenteraad goed.
2. Burgemeester en wethouders vroegen ook om advies aan
gaande eene wijziging van art. 18 der algemeene politieverordening
voorkomende in hoofdstuk VVan het reinhouden der straten.
De commissie berichtte, dat zij tegen de wijziging geen bezwaar had.
3. Op verzoek van, den inspecteur der volksgezondheid dr. J.
C. J. van der Hagen te 's-Hertogenbosch deed de commissie onderzoek
aangaande het onbevoegd uitoefenen der geneeskunst door zekeren V.
4. De commissie constateerde in eene woning aan de Pasbaan
eene overtreding van het voorschrift van art. 66, 2cle lid der
bouwverordening, dat er voor de bewoners van verschillende
kunne afzonderlijke, behoorlijk afgescheiden slaaapplaatsen moeten zijn.
- Aan dit voorschrift werd daarop voldaan.
5. Zie hiervoor hoofdstuk III, A 1, B 2, C 2, hoofdstuk IV, 1,
2, 4. 5, 6, hoofdstuk VI, B, 1, 2, 3, 5, 6, 7, hoofdstuk IX, 1, 2,
hoofdstuk X, 2, 3.
Bijlage VII. Afschrift van het register van verordeningen in het
belang der volksgezondheid vastgesteld in de gemeente Breda.
Hoofdstuk XII.
Onderwerpen, niet vallende onder een der
vorige hoofdstukken.
Dienaangaande is niets te vermelden.
Aldus vastgesteld ter openbare vergadering van 19 Februari 1908.
W. G. H. ROMBOUTS, voorzitter.
mr. H. J. W. PELSTER, secretaris.