254 Bijlage III. (Zie hiervoor bl. 244). BredaJanuari 1907. Aan de gezondsheidscommissie der gemeente Breda. Ondergeteekende, H. J. H. M. Janzen, gemeente-apotheker te Bredaheeft de eer aan de commissie bovengenoemd het volgende ter kennis te brengen Op verzoek van den heer H. Beker, lid van de commissie bovengenoemd, is door ondergeteekende in den loop van de tweede helft van het jaar 1900 een onderzoek ingesteld naar de qualiteit van de melk in enkele stallen dezer gemeente, ten einde eenige gegevens te verzamelen voor eene eventueel samen te stellen verordening op den verkoop van melk. Daartoe werden genomen zoogen. stalproevend. w. z. de monsters werden genomen van iedere koe afzonderlijk, nadat deze onder eigen toezicht gemolken waren. Behoudens stalproeven werden ook enkele monsters onderzocht van melk, aan de stal verkocht, alsook van melk, welke aan huis bezorgd werd. In het tijdsverloop van September tot einde December werden 70 monsters melk onderzocht, t. w. 60 monsters van stalproeven en 10 andere monsters. De monsters werden genomen uit de stallen van de volgende melkslijters Stal K.. met 9 beesten. F., 9 V., 8 M., 10 totaal 4 stallen met 36 beesten. Van 18 beesten werd één monster genomen, van 11 werden twee, van 6 drie en van 1 vier monsters genomen. Wanneer van een beest meer dan één monster genomen werd, geschiedde zulks meestal telkens na verloop van ongeveer eene maand De namen werden vervangen door letters.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1907 | | pagina 301