Lijst 1. Stal K.
250
'19 September 1900.
De voeding bestond omtrent dezen tijd uitaardappel
schillen (kazerne), lijnmeel, mangelwortel en mangel-
wortelloof.
Op stal stonden 8 beesten, welke genummerd werden,
gaande van links naar rechts.
Onder eigen toezicht werden om 12 uur gemolken
nos. 1, 2, 3 en 4.
20 September d.a.v. werden eveneens om 12 uur
gemolken nos. 5, 6, 7 en 8.
Enkele beesten werden geheel uitgemolken, andere
nietdaarop werd voor deze eerste proef niet aan
gedrongen. Nos. 1 en 7 werden op vopr het dier onge-
wonen tijd gemolken, daar deze beesten slechts 2 X
daags, 's morgens en 's avonds 6 uur, gemolken werden.
Zie aant. A. De uiers werden met een schoonen doek afgeveegd,
de handen vóór het melken gereinigd.
De melk werd eerst door een doek gezegen, vervol
gens gefiltreerd door een Ulax-filter.
Zie aartt. B. Het specifieke gewicht werd bepaald binnen één uur
na het melkende temperatuur werd opgenomen en
daarvoor correctie aangebracht tot de temperatuur van
15° Celsius.
Het onderzoek naar het vetgehalte werd verricht in
den d.a.v. middag van 25 uur door gebruik te maken
van Gerber's Pracisions-butyrometers.
Zie aant. C. Op temperatuur van de melk werd bij het pipetteeren
geen acht geslagen.
Zie aant. D. Voor ieder monster werd in 2 buizen het vetgehalte
bepaald door éénmaal te centrifugeeren gedurende 5 a
10 minuten. Slechts zelden was er verschil in aflezing.
Zie aant. E. 21 September 1900 werden onder toezicht geheel
uitgemolken nos. 1 en 3. Het onderzoek geschiedde
overigens als hierboven.
11 en IS October.
In de voeding is in zoover verandering gekomen,