Lijst 3. Stal. V.
264
4 October 1000.
De voeding bestond omtrent dien tijd uit lijnmeel,
mangelwortel, knolrapenloof, gras, hooi, bustel.
Op stal stonden 8 beesten, welke genummerd werden,
gaande van links naar rechts.
Onder eigen toezicht werden om 12 uur geheel uit
gemolken nos. 3, 4, 5 en 85 October d.a.v. werden
eveneens gemolken nos. 1 en 2.
De uiers werden met een onder de koeien genomen
bosje stroo afgeveegd, de handen vóór het melken
gereinigd.
De melk werd door een doek gezegen.
Zie aant. B. Het specifiek gewicht werd bepaald 2 of meer uren
na het melkenvoor eventueel verschil in temperatuur
werd correctie aangebracht tot 15° Celsius.
Zie aant. C. Daarna werd het vetgehalte bepaald, zonder op tem
peratuur van de melk acht te slaan bij het pipetteeren.
Voor ieder monster werd in twee buizen het vetge
halte bepaald en ten tweedemale afgelezen na herhaald
centrifugeeren.
6' October 190(1.
Zonder toezicht werden 's morgens 51/., uur gemolken
nos. 6 en 7, aangezien deze beesten slechts 2 X daags
gemolken werden en de veehouder daarvan niet wenschte
af te wijken. Deze monsters werden aan huis bezorgd.
Het specifiek gewicht werd bepaald pl.m. 5 uur na
het melken.
Het vetgehalte werd bepaald als hierboven omschreven.
10 October 1900.
Zie aant. G. Opnieuw werden monsters bezorgd van nos. 6 en 7.
Het specifiek gewicht werd bepaald 6 en 12 uur na het
melken. De hierbij opgemerkte verschillen gaven aan
leiding om bij volgende onderzoekingen het S. G. steeds
minstens 12 uur na het melken te bepalen.