Lijst 4. stal M. 268 '11 October 1000. De beesten waren verdeeld over 2 stallen. In den voorsten stal stonden 4 beesten, welke ge nummerd werden van 14, gaande van links naar rechts. De beesten in den daarachter gelegen stal nos. 5, 6, 7 en 8 gaan overdag in de weide, worden 's mor gens en 's avonds gemolken. De voeding bestond omtrent dien tijd uit lijnmeel, mangelwortel en loof. Onder eigen toezicht werden om 12 uur geheel uitgemolken nos. 1, 2, 3 en 4. De uiers werden met een onder de koeien genomen bosje stroo, waarvan met recht gezegd kon worden, dat het nog viezer was dan de uiers, afgeveegd; de handen werden vóór het melken gereinigd en ten gevolge van het op deze wijze afvegen van de uiers verontreinigd; de melk werd door een doek gezegen. Zie aant. B. Het specifiek gewicht werd bepaald 6 uur na het melkenbij verschil in temperatuur werd correctie aangebracht tot 15° Celsius. Zie aant. C. Het onderzoek naar het vetgehalte geschiedde zon der op temperatuur van de melk acht te slaan bij het pipetteeren. Zie aant. I). Voor ieder monster werd in twee buizen het vet gehalte bepaald en ten tweedemale afgelezen na her- Zie aant. F. haald centrifugeeren. 15 October 1000. Onder eigen toezicht werden geheel uitgemolken nos. 5, 6, 7 en 8, alsook n°. 9, die 13 October op stal gekomen was. Het specifiek gewicht werd bepaald 15 uur na het melken. Ter bepaling van het vetgehalte werd melk van 15° Celsius gepipetteerd. 27 November 1000. Groenvoer wordt niet meer gevoerdin plaats daar-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1907 | | pagina 315