277
verkoopen (daaronder hier niet begrepen het doen verrichten der in
het tweede lid van artikel 1 vermelde handelingen) of aan het
verkoopen van melk mede te werken.
Art. 6.
De melkverkooper is verplicht, wanneer zulks door burgemeester
en wethouders wordt verlangd, binnen een door hen gestelden
termijn, eene verklaring van een arts over te leggen aangaande den
gezondheidstoestand van den melkverkooper zeiven, van de leden
van zijn gezin, van de in zijn dienst werkzaam zijnde personen,
van de leden van hun gezin.
Art. 7.
De melkverkooper is verplicht aan het gebouw, bedoeld in art. 3
sub 2, boven of ter zijde van de buitendeur, welke daartoe toegang
geeft, met duidelijke letters van minstens vijf centimeter hoogte
aan te brengen en te houden het woord Melkhandel".
Hij is voorts verplicht, op een door burgemeester en wethouders
aan te wijzen plaats in dat gebouw aan te plakken en aangeplakt te
houden een exemplaar van deze verordening en van alle waarschu
wingen of mededeelingen, het verkoopen van melk betreffende,
welke hem door burgemeester en wethouders met dat doel worden
uitgereikt.
Art. 8.
De melkverkooper is verplicht te zorgen, dat de gedeelten van
het gebouw, bedoeld in artikel 3 sub 2, voortdurend zindelijk
worden gehouden en dat daarbij de volgende bepalingen worden
opgevolgd
a. de wanden mogen niet behangen, doch moeten gewit, geverfd
of met gladde tegels bedekt zijn
b. de vloer moet voor vocht ondoordringbaar zijn en steeds
voldoende rein worden gehouden
c. de zoldering moet stofdicht zijn
d. de luchtverversching ende verlichting moeten steeds voldoen
de zijn
e. bedoelde gedeelten van het gebouw mogen niet tevens gebruikt
worden als woonvertrek of als slaapvertrek en moeten van woon- en
slaapvertrekken afgesloten zijn