278 zij mogen niet rechtstreeks in verbinding staan met urinoirs, privaten, mesthoopen, stallen en niet gebruikt worden voor bewa ring of verkoop van iets, dat aan de melk een bijsmaak kan geven of haar bederf kan bevorderen. Art. 9. De melkverkooper is verplicht te zorgen, dat de stallen voor melkvee voortdurend zindelijk worden gehouden en dat zij voldoen aan de volgende bepalingen a. de wanden moeten minstens 2 maal per jaar gewit worden; b. de zoldering moet stofdicht zijn; c. de luchtverversching en de verlichting moeten steeds vol doende zijn. Art. 10. Het is verboden in de gemeente Breda voor het verkoopen van melk in gebruik te hebben a. een gebouw of erf, dat niet is aangesloten aan de gemeente- waterleiding b. een gebouw of erf, dat nog een ander middel van water voorziening dan dat onder a bedoeld in bruikbaren staat bezit. Art. 11. De melkverkooper, die melkvee houdt, is verplicht te zorgen a. dat 'het vee zindelijk wordt gehouden en dat telkens vóór het melken de uiers behoorlijk worden gereinigd; h. dat de personen, met het melken belast, telkens vóór het melken, de handen en benedenarmen behoorlijk met water en zeep wasschen, en bij het melken zuivere kleederen dragen; c. dat de melk terstond na het melken in vooraf behoorlijk gereinigd vaatwerk, voldoende aan de eischen van artikel 12, wordt vervoerd uit den stal naar de bewaarplaatsen. Art. 12. Het is den melkverkooper en ieder, die binnen de gemeente Breda melk ten verkoop aanvoert, verboden te gebruiken vaatwerk van rood of geel koper, tenzij aan de binnenzijde deugdelijk vertind, van zink, aardewerk met ondeugdelijk glazuur, ijzer met loodhoudend email, of ander vaatwerk, dat schadelijke bestanddeelen aan de melk

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1907 | | pagina 325