292 palingen van het 17e hoofdstuk der algemeene politie-verordening betreffende het invoeren, slachten en verkoopen van vee en vleesch haar vvenschelijk voorkomt. Twee zaken vooral zou de commissie met aanvulling en wijziging willen bereiken ten eerstekeuring van al het te slachten vee en van al het ingevoerde vleesch, dat gekeurd moet worden, in het openhaar en op ééne en dezelfde plaats. De commissie verwacht hiervan aanvoer van dieren van hoogere slachtwaarde en van beter vleesch, doordat de slachters en de invoerders van vleesch geen minderwaardig vee en vleesch kunnen aanvoeren, zonder dat hunne concurrenten dit te zien krijgen en vergelijkingen kunnen maken. Bovendien zal de keurmeester zijne taak beter kunnen vervullen, als alles op ééne plaats wordt aangebracht en hij niet van den eenen slachter naar den anderen moet gaan om vee te keuren ten tweede, verbod van invoer en vervoer van vleesch anders dan in zoodanige stukken, dat de keurmeester in staat is de keuring volledig te doen, tenzij deugdelijke bewijzen den keurmeester inlich ten omtrent hetgeen hij niet beoordeelen kan. Het is den keurmeester niet mogelijk naar behooren te keuren, als het stukken betreft minder dan de helft van het dier, daar hij dan b.v. niet met zekerheid kan verklaren, dat het dier niet tuber culeus was. Wil men daarom invoer van stukken vleesch, minder dan een half dier, toch niet geheel onmogelijk maken, dan kan men invoer daarvan toestaan, mits de afwezigheid van schadelijke eigenschappen, die de keurmeester niet meer constateeren kan, blijkens bijgaande bewijsstukken is geconstateerd door een deskundige op de plaats van herkomst. Ten einde beter te doen uitkomen, door welke aanvullingen en wijzigingen de commissie de verbeteringen, welke zij wenschelijk acht, zou willen aangebracht zien, meent zij zich niet te moeten bepalen tot het aanduiden dier aanvullingen en wijzigingen, doch neemt zij bescheidenlijk de vrijheid, een volledig voorstel tot wijzi ging en aanvulling met de na het voorafgaande nog noodige toe lichting hierbij te voegen. (get.) W. G. H. ROMBOUTS, voorzitter. mr. H. J. W. PELSTER, secretaris.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1907 | | pagina 339