NATIONALE MILITIE, SCHUTTERIJ EN LANDWEER. HOOFDSTUK VIL Het onderzoek van landvveerverlofgangers ten gemeentehuize had de vraag doen rijzen, of dat onderzoek niet in een van de kazernes kon plaats hebben. Te dier zake richtten wij een schrijven aan den heer commissaris der Koningen in deze provincie, die, op de gronden door Z.H.E.G. ontwikkeld, in overweging gaf, van verdere bezwaren te willen afzien tevens vertrouwende, dat in volgende jaren weder op dezerzijdsche medewerking zou mogen gerekend worden. Hierin werd door ons berust. A. Nationale militie. Het getal ingeschrevenen in het jaar 1907 voor de lichting 1908 bedroeg 255, waarvan vóór hunne inschrijving in dienst waren 21. De loting had 8 en 9 October geregeld plaats. Het getal te leveren manschappen bedroeg 70, waarvan 53 voor volledige en 23 voor korte oefening. Van de 255 lotelingen werden vrijgesteld of tot den dienst aan gewezen, als volgt Vrijgesteld a. kleiner dan 1,55 M1 b. ziekelijken of gebrekkigen37 c. wegens broederdienst42 d. als in dienst hier te lande of bij de koloniale troepen. 21 e. als cadet aan de K. M. A6 voorloopig van den dienst uitgesloten2 g. overblijvende lotelingen tot den dienst aangewezen 146 255 Do schutterijen werden in den loop des jaars (2 Augustus 1907) opgeheven. Zie omtrent de overdracht van het vaandel het vernielde vooraan in dit verslag.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1907 | | pagina 430