Gewijzigde of nieuwe artikelen volgens de uietten i)an 20 Juni 190$
(Staatsblad no. 119) en van 5 December 1903 Staatsblad no. 293)
artikel 113bis der militiewet 1901J.
In het verslag van 1903 werd gewezen op de behandeling van
het groot getal ingekomen adressen (84), om vergoeding uit 's rijks
kas, wegens het onder de wapenen komen of zijn van miliciens,
zoowel van gehuwden als van ongehuwden, die bij hunne ouders
inwonen en tot steun van het huisgezin zijn.
Gedurende het jaar 1904 bedroeg dit getal 58, in 1905 80, in
1906 96 en in 1907 100.
Door den minister van oorlog werd op bijna alle verzoekschriften
gunstig beschikt, en, al naar den toestand van het huisgezin, werd
eene uitkeering verleend, als aan
2 ad fO,2Ü per dag f 0,40
7
- 0,30
- 2.10
9
O
O
- 3^60
10
-0,50
y>
- 5.—
17
-0,60
-10,20
20
-0,70
-14,-
1
-0,75
- 0,75
14
- 0,80
-11,20
3
-0,90
- 2,70
5
-1,-
- 5,
88
met f54,95
of per 30 dagen f 1648,50.
Afgewezen
adressen12
Samen 100 adressen.
De werkzaamheden, verbonden aan het onderzoek in het bevol
kingsregister van elk gezin, namen, voornamen, ouderdom, betrek
king, verdiensten, enz. en de daarover uit te brengen rapporten, in
drievoud, waren vroeger geheel onbekend en nemen een groot
gedeelte van den tijd in beslag, die anders aan de gewone zaken
kon worden besteed.