386
met vergunning aan allen, om de uniform der schutterij met de
onderscheidingsteekenen, aan hunnen rang verbonden, te blijven
dragen.
Bij bovenbedoeld besluit is buiten werking gesteld het koninklijk
besluit van '6 Maart 1886, n°. 5, waarbij aan den kapelmeester
L. P. Kriens de titulaire rang was verleend van 2e-luitenant.
Order no. 5i.
Het is ondergeteekende een bijzonder voorrecht de laatste order
aan de schutterij te mogen uitgeven.
Ingevolge art. 40 der landweervvet, zooals dit gewijzigd is bij de
wet van 13 Julij.l., zullen de schutterijen op 2 Augustus 1907 zijn
opgeheven en moeten de vaandels aan de gemeentebesturen worden
overgedragen om in raadhuis of museum te bewaren, ten einde het
gebruik, dat van deze vaandels gemaakt is, in vereerend aandenken
te houden.
Het is de wensch van het gemeentebestuur en van de schutterij
zelf, dat dit op eenigszins plechtige wijze zal geschieden.
Hieraan gevolg gevende, zal de schutterij op Vrijdag 2 Augustus
1907, 's namiddags te 2 uur, aantreden op het Stadserf met het
muziekkorps in groote tenue, waarvoor de luitenant-kapelmeester
de noodige zorg zal dragen.
De compagnie zal, door mij gecommandeerd, zich begeven naar
de woning van den majoor-commandant, Delpratsingel 3, om het
vaandel voor de laatste maal in ontvangst te nemen.
Onder de vroolijkste marschen der muziek zal worden gemarcheerd
naar de Groote Markt en front worden gemaakt naar het stadhuis,
waarna de schutterij zal worden geïnspecteerd door het dagelij ksch
bestuur onzer gemeente.
De majoor-commandant zal het vaandel, dat in 1874 door
Rredasche dames aan de schutterij geschonken en met koninklijke
toestemming gevoerd werd, in de handen van het gemeentebestuur
overdragen, waarmede de schutterij haar laatsten plicht zal hebben
vervuld.
Op 2 Augustus 1907 zal een oud vaderlandsche instelling verdwijnen,
om plaats te maken voor een geheel op militairen voet ingericht
leger-reserve.
Aan het instituut schutterij kleefden vele gebreken, maar de