458 strekt het toezicht onzer commissie zich thans uit tot de drie bovengenoemde scholen. De commissie vergaderde onder meer voor de vaststelling van het jaarverslag, het programma, den uitslag van overgangs- en toelatings-examens van hoogere burgerschool en burgeravondschool, de herbenoeming en benoeming van leeraren en eindelijk herhaalde malen over de reorganisatie van de burgeravondschool en gemeente- teekenschool. Eene dezer vergaderingen werd op ons verzoek bijge woond door den inspecteur van het middelbaar onderwijs, meer in het bijzonder belast met het toezicht op de burger-avond- en teeken- scholen, den heer H. J. de Groot, te s-Graven hag e. De samenstelling der commissie onderging geene verandering, zoodat zij in December 1907 bestond uit de heeren E. H. A. Guljé, oud-burgemeester van Bredavoorzitter G. A. M. Groeneveldt A. J. A. Verschraage H. F. Thijssen, en jhr. mr. G. Six, secretaris. De heer Verschraage werd als aftredend lid herbenoemd in de raadszitting van 11 Januari 1908. A. Hoogere burgerschool mei vijfjarigen cursus. 1°. Het personeel der hoogere burgerschool onderging dit jaar ééne wijziging. Aan den heer J. H. Sauveur, sedert 1 September 1900 leeraar in de Fransche taal en letterkunde, werd in de raads zitting van 10 Augustus 1907 op zijn verzoek eervol ontslag verleend, met ingang van 1 September d.a.v., onder dankbetuiging voor de goede diensten door hem aan het middelbaar onderwijs te Breda bewezen. De aanvrage om ontslag was een gevolg van de benoeming van den heer Sauveur tot leeraar aan de hoogere burgerschool met vijfjarigen cursus te Haarlem. In dezelfde raadszitting werd tot zijn opvolger benoemd de heer E. E. Hartmann, leeraar aan de koninklijke hoogere burgerschool te Apeldoorn. Daar de heer Hartmann eerst 1 November te Breda jn functie kon treden, werden burgemeester en wethouders gemachtigd tot aanwijzing van een tijdelijk leeraar voor de maanden September en October, gehoord den inspecteur van het middelbaar onderwijs. Als zoodanig werd bij besluit van 2 September aangewezen de heer William Davids te Amsterdam,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1907 | | pagina 505