459
De beide djdelijke leeraren, de heer J. A. Verdenius (voor de
Hoogduitsche taal) en de heer dr. J. H. H. Houben (voor Neder-
landsche taal en de geschiedenis), werden in de raadszitting van
22 Juni 1907 voor het cursusjaar 19071908 als zoodanig her
benoemd.
De heer Verdenius verkreeg 24 December 1907 de acte B
middelbaar onderwijs Hoogduitsch, zoodat alle taalleeraren thans de
hoogste bevoegdheid bezitten.
"Het personeel der hoogere burgerschool bestond op 1 Januari
1908 uit de heeren
B. W. Mondt, civiel-ingenieur, directeur en leeraar in de wiskunde,
de werktuigkunde en het rechtlijnig teekenen
C. B. Barto, werktuigkundig-ingenieur, leeraar in de wiskunde,
de werktuigkunde en het rechtlijnig teekenen
A. J. Klein Swormink, leeraar in de wiskunde;
A. van Herk, leeraar in de wiskunde
dr. P. G. Tiddens, leeraar in de natuurkunde en de kosmografie
dr. W. Reinders, leeraar in de scheikunde
dr. J. E. Couvée, leeraar in de natuurlijke historie, natuurkunde
en kosmografie
de Jong Az., leeraar in de geschiedenis en staatswetenschappen
H. A. Rijkens, leeraar in de aardrijkskunde en de handelsweten
schappen
J. M. Acket, leeraar in de Nederlandsche taal en letterkunde
dr. J. H. H. Houben, leeraar in de Nederlandsche taal en de
geschiedenis
C. Goedeljee, leeraar in de Fransche taal en letterkunde
E. E. Hartmann, leeraar in de Fransche taal en letterkunde
G. M. van Riemsdijk, leeraar in de Engelsche taal en letterkunde
B. E. Bouwman, leeraar in de Hoogduitsche taal en letterkunde
J. A. Verdenius, leeraar in de Hoogduitsche taal;
J. N. T. Buining, leeraar in het handteekenen, en
Th. M. F. M. Siegmund, leeraar in de gymnastiek.
Nog waren aan de school verbonden H. J. Thillier als amanuen
sis voor natuurkunde, scheikunde en natuurlijke historie, en C. A.
Vos als concierge.
De samenstelling van het leeraars-personeel zal in '1908 opnieuw
verandering ondergaan. Bij koninklijk besluit van 23 December
1907 werd tot hoogleeraar in de anorganische scheikunde en in de