518 jaar weder getoonde belangstelling, maar ook aan het college van burgemeester en wethouders en aan den raad der gemeente Breda voor den ook dit jaar ontvangen steun, die ons het be sturen der school gemakkelijk maakte, en ten slotte een woord van dank aan het onderwijzend personeel, dat ook in dit jaar opnieuw getoond heeft, voor zijne taak berekend te zijn. Aan het einde van onze taak gekomen, rest ons nog een woord van hulde en dank jegens den grooten stichter, aan wie Breda zoo oneindig veel verschuldigd is. Bewonderen wij den scherpen blik, waarmede hij de toekomst doorschouwde, toen het plan tot stichting eener ambachtsschool bij hem rijpte, hij, die van nabij wist wat den werkman te kort kwam om den steeds moeie- lijkeren strijd om het bestaan te kunnen aanbinden. Moge dan ook bij onze werklieden meer en meer het besef doordringen van de nooodzakelijkheid van goed en degelijk vakonderwijs, dan zal het toekomstige geslacht, beter onderlegd, beter gehard, een tijdperk van bloei te gemoet gaan en de edele daad van dr. Van Cooth, tot in lengte van dagen, zegenrijke vruchten voor onze stad voortbrengen. Besluiten wij dit ons 22stc jaarverslag met den wensch, dat het ons bestuurders moge gegeven zijn, nog vele jaren te mogen arbeiden tot heil van de werkende klasse en tot meerdere eer van den naam van dr. L. F. \V. van Cooth. BredaFebruari 1908. E. VAN LANSCIIOT, voorzitter. J. J. HARTE, secretaris.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1907 | | pagina 565