Opgaven betrekkelijk het armwezen over 1907.
533
Inrichtingen, bedoeld bij litt. cl van art. 2 der wet tot regeling
van het armbestuur, zijn in deze gemeente niet aanwezig.
Aan de vorenstaande tabel omtrent het oude-mannenhuis wordt
het volgende toegevoegd
In 1907 zijn door regenten 9 personen voorgedragen, om als
broeders in het gesticht te worden opgenomen. Op elke voordracht
is door ons gunstig beschikt. (Art. 25 van het reglement voor het
oude-mannenhuis alhier.)
Het bestuur wordt benoemd door den gemeenteraad en bestond
op 31 December 1907 uit de volgende heeren
E. H. A. Guljé, voorzitter.
J. A. J. W. van Hal.
W. Merkelbach.
mr. H. R. van Maasdijk.
J. M. IngenHousz.
Rentmeester is de heer H. M. G. Brinkman.
Bij uw besluit van 1 Juni *1907 werd de heer J. M. IngenHousz
tot lid benoemd, in de plaats van wijlen den heer B. C. van Dongen,
terwijl bij uw besluit van denzelfden dag de heer J. A. J. W. van
Hal, die op i Juni, volgens den rooster, aan de beurt van aftreding
was, opnieuw werd benoemd voor den gewonen tijd van zitting.
Sinds vele jaren is de administratie van het burgerlijk armbe
stuur gesplitst in cjewone armenzorg en onderstand als 'politic-maat
regel.
De kosten voor den gewonen onderstand worden door voormeld
armbestuur, dat in 1907 eene subsidie van de gemeente genoot van
f3250, gedragen.
Gewone armenzorg.
A. Ondersteu n d e n.
Gedurende het jaar 1907 zijn ondersteund
Voortdurend1(34 hoofden van huisgezinnen en eenloopende
personen.
Tijdelijk 48 hoofden van huisgezinnen en eenloopende personen,