565 Uit de vorenstaande omschreven verrichtingen blijkt, dat het aantal panden bij beleeningen en lossingen hooger was dan het vorig jaar, met een minder bedrag. Dit spruit hoofdzakelijk voort uit de geringe waarde, die voornamelijk de gedragen kleederen, alsmede de manufacturen en andere dergelijke artikelen hebben. De magazijnen hier ter stede houden regelmatig uitverkoop van zulke artikelen vandaar, dat bij de beleening dezer goederen geen hooge som kan gegeven worden en daardoor de inbrenger ver plicht is grootere of meerdere panden te maken om de door hem verlangde som te ontvangen, waardoor de lossingen hooger en de verkoopingen kleiner worden. De rentestandaard is bij koninklijk besluit van 20 December 1906, voor den tijd van 2 jaren, goedgekeurd ad 121/2 voor alle panden en ingegaan '1 April 1907. De gemeente heeft aan de bank een crediet verleend van f 25000, onder bepaling, dat, bij winst, aan de gemeente zal worden uitgekeerd tot een maximum van 4 van het opgenomen kapitaal (raadsbesluit van 23 April 1887). Daar het jaar 1907 een verlies aanwijst, zijn geen renten uitgekeerd. Op 31 December 1907 was opgenomen f 6000, De instelling staat onder beheer eener commissie van vijf heeren, overeenkomstig art. 2 van het reglement der bank. Op 20 October '1907 verloor de commissie door overlijden het lid, den heer C. M. W. Steins Bisschop, die gedurende zijn lidmaatschap aan de com missie en aan de bank vele diensten heeft bewezen. In zijne plaats werd door uwen raad benoemd de heer J. M. IngenHousz. Die commissie was alzoo op 31 December 1907 samengesteld als volgt: A. P. Scheltus, lid en voorzitter. H. H. van Mierlo, lid. mr. H. R. van Maasdijk, lid. J. M. IngenHousz, lid. mr. W. IngenHousz, lid en secretaris. Directeur: A. J. B. Stap. Beambten: J. A. Besier, secretarisschatter. J. J. Thiellier, pandbewaarder. De gebouwen bevinden zich in goeden staathet onderhoud heeft voldoende plaats.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1907 | | pagina 612