575
6. J. M. Rosman, onder-voorzitter
7. J. A. H. van den Brink,
8. A. A. A. Meeuwesen,
9. P. A. F. de Bont,
mr. H. J. J. van den Biesen, secretaris
De kamer had het verlies te betreuren van haren waardigen
onder-voorzitter, den heer A. J. Meeuwesen, die haar op 16 Mei
1907 door den dood werd ontnomen, en bij wiens plechtige ter
aarde bestelling een woord van eerbiedigen dank en sympathieke
hulde door den voorzitter, namens de kamer, werd gesproken.
In zijne plaats werd in de zitting van 1 Juli 1907 als onder
voorzitter benoemd de heer J. M. Rosman, terwijl in dezelfde zitting
de heer mr. H. J. J. van den Biesen werd benoemd als secretaris.
Laatstgenoemde, ter vervanging van den heer mr. M. P. M. van
Dam, die, na zijne benoeming als lid van gedeputeerde staten van
Noord-Brabant, zijne functie als secretaris van onze kamer meende
te moeten neerleggen. Te dezer plaatse wordt mr. Van Dam nog
maals onze dank gebracht voor de zaakkundige en aangename
medewerking, die hij ons zoovele jaren als secretaris heeft verleend.
In de zitting van 7 Januari 1907 werd de heer J. B. M. Merkel-
bach van Enkhuizen herbenoemd als voorzitter onzer kamer.
Ter vervanging van den heer A. J. Meeuwesen werd op 9 Octo
ber 1907 als lid der kamer benoemd de heer P. F. van den Biggelaar.
Behalve de gewone correspondentie werden in 1907 de na te
noemen brieven verzonden en een communiqué aan de Bredasche
bladen verstrekt
1° Brief aan den minister van waterstaat, tot steun van een
adres van de kamer van koophandel en fabrieken te 's-Bosch, ver
zoekende het inleggen van een sneltrein uit Utrecht naar Noord-
Brabantdes avonds te 10.18, na aankomst te Utrecht van trein
146, uit het noorden des lands.
2°. Brief aan den gemeenteraad van Bredamet mededeeling,
dat onze kamer het beweegbaar maken van de Willems- en Mau-
ritsbruggen in het belang acht van handel en nijverheid.
3°. Brief aan de directie van de maatschappij tot exploitatie van
staatsspoorwegen, met verzoek trein 217 uit Amsterdam een half
uur langer te Tilburg te doen stilhouden, ten einde aan reizigers,
die te 9,55 n.m. met trein 117 naar Noord-Brabant vertrekken, ge
legenheid te geven tot Breda door te reizen.
aftredende in
1910.