Ut. 4wt j?<*l
TER HERINNERING.
11. September 1907.
I.
In de plaats van den heer E H. A. Guljé,
op diens verzoek, bij koninklijk besluit van 10 Juni
1907, n°. 46, met ingang van 1 Juli d.a.v., eervol
ontslagen als burgemeester van Bredaonder dank
betuiging voor de goede diensten in die betrekking
bewezen,
werd, bij koninklijk besluit van 21
Augustus 1907, n°. 46, benoemd tot
]3uRGEMEESTER VAN JBrEDA
DE HEER
le 's-^erlogcnÊosc^,
terwijl diens plechtige installatie als zoodanig plaats
had in buitengewone openbare raadszitting den
(Zie de raadsnotulen van dien dag.)
Na afloop der installatie hield de burgemeester eene algemeene
receptie, welke zeer druk werd bezocht, terwijl Z.E.A. nadien
door den gemeenteraad, in privé, een feestdiner werd aangebo
den ten gemeentehuize-