34 B. Het college vsui dagelijksch bestuur. Voormeld college was op 31 December 1907 samengesteld uit de heeren mr. E. P. van Lanschot, burgemeester, benoemd bij koninklijk besluit van 21 Augustus 1907, n°. 46geïnstalleerd 11 September daarna. mr. P. M. J. E. Bloemarts, wethouder, aftredende in 1908. A. P. Scheltus, wethouder, aftredende in 1911. W. G. H. Rombouts, wethouder, aftredende in 1911. Zoowel de burgemeester als de wethouders waren met de heeren P. A. Wijmer, commies (als hoofd) ten kantore van den burgerlijken stand, en A. J. van Son (hoofdcommies ter algemeene secretarie), ambtenaren van den burgerlijken stand. SecretarisA. R. Vermeulen, benoemd bij raadsbesluit van 12 Mei 1888. OntvangerF. F. X. Cerutti, benoemd bij raadsbesluit van 12 Maart 1892. Mutatiën in den raad en in het dagelijksch bestmir. Door het aannemen door den heer mr. M. P. M. van Dam van diens benoeming tot lid van de gedeputeerde staten dezer provincie, hield deze op lid van den gemeenteraad en wethouder te zijn. In de raadszitting van 7 Februari 1907 herinnerde de voorzitter, dat mr. Van Dam ongeveer 25 jaren lid van den gemeenteraad was geweest en stelde diens verdiensten als wethouder en raadslid in het licht. Door overlijden, respectievelijk op 25, Maart en 7 November 1907, ontvielen den raad de heeren B. C. van Dongen en L. A. M. van Mierlo. Aan huune nagedachtenis werd dankbare eere gebracht in de openbare raadszittingen van 13 April en 23 November 1907. Bij de periodieke aftreding op den eersten Dinsdag van September, werden de heeren Ph. L. Jacoby en J. W. J. Vissers door twee andere leden vervangen, te weten de heeren dr. J. A. H. v. d. Brink

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1907 | | pagina 81