152
13. Toepassing van art. 18, f lid, a, b en c der woningwet.
14. Ontruiming en sluiting van onbewoonbaar verklaarde woningen
met opgave van het aantal gevallen.
15. Toepassing van art. 22 der woningwet.
16. Idem van art. 25 der woningwet.
Onbewoonbaarverklaring van woningen heeft in 1908 niet plaats
gehad, terwijl evenmin aanleiding heeft bestaan tot toepassing van
de verdere in deze rubriek genoemde wetsartikelen.
IV.
Onteigening-.
17Onteigening volgens art. 77 der onteigeningswet, onderscheiden
naar gelang art. 77, Te, 2e, j' of f lid is toegepastmet vermelding,
of deonteigening geschiedde ten name der gemeente of van vcreeni-
gingenvennootschappen o f stichtingenkrachtens raadsbesluit o f
krachtens koninklijk besluit.
Het onteigeningsplan tot verbetering van het bouwblok, ingesloten
tusschen de Oude Vest, de Keizerstraat en het Nonnenveld, hetwelk
werd goedgekeurd bij koninklijk besluit van 12 December 1906,
n°. 27, heeft in den loop van 1908 zijn beslag gekregen.
Voor zoover de eigendom van de gebouwen en den grond, in
het onteigeningsplan begrepen, niet bij minnelijke schikking kon
verkregen worden, is de schadeloosstelling bij vonnis van de arron-
dissements-rechtbank te Breda vastgesteld en aan de eigenaren ter
'hand gesteld.
Thans zijn alle gebouwen afgebroken, het terrein is geëgaliseerd
en er wordt nog slechts gewacht op eene beslissing van den raad,
ten aanzien van de bestemming, welke aan het terrein zal worden
gegeven.
Bij raadsbesluit van 28 November 1908 is, op verzoek van de
naamlooze vennootschap „Volkshuisvesting", gevestigd te Breda,
uitgesproken de onteigening ten name dier vennootschap van een
perceel bouwterrein, gelegen nabij den Haagweg, kadastraal bekend
sectie A, no. 5994, ter grootte van 69,85 aren. Deze onteigening
is gegrond op art. 77 sub 40 der onteigeningswet. De koninklijke
goedkeuring op het besluit is nog niet verkregen.