!56 Herkeuringen hadden niet plaats. De herkeurings-commissie is samengesteld uit drie alhier in garnizoen aanwezige heeren paarden artsen. Bij voorkomende noodslachting onderzoekt een dier artsen volgens provinciaal voorschrift tevens die slachting. Twee zulke slachtingen zijn in 1908 voorgekomen. Al het afgekeurde vee, vleesch en organen zijn onder politietoezicht met de meeste zorg begraven. Tegen een slager werd proces-verbaal opgemaakt wegens het in zijn winkel in voorraad hebben van ongekeurd vleesch tegen drie personen wegens het invoeren van vleesch zonder keuring. Alle vier werden veroordeeld. In den loop van het jaar werden eenige slachtplaatsen, wat be vloering en rioleering betreft, verbeterd. Invoer van vleesch. Doordat eenige slagers gezamenlijk met slagers, woonachtig te Prinsenhageover en weer slachten, wordt het hooge invoercijfer van rund- en kalfsvleesch daardoor bereikt. Invoer van paardenvleesch heeft meerendeels plaats van het algemeen slachthuis te Rotterdam. Steeds wordt een certificaat van oorsprong van den directeur dier inrichting daarbij overgelegd. Der slagers ongewenschte concurrent is de landbouwende bevolking uit den omtrek, die bij het eindigen van den veldarbeid hunne gemeste varkens slachten en het aan de burgerij tegen minderen prijs kunnen verkoopen, waarmede beide gediend zijn. Het cijfer van het ingevoerde varkensvleesch is hoog. Op het vleesch was zelden aanmerkingwel moest bij eenigen op eene meer zindelijke ver pakking worden gewezen. De algemeene toestand der slagerijen was in 1908 gunstig te noemen. Breda, Januari 1909. Dc keurmeester, A. G. MÜLLER.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1908 | | pagina 174