x8i daarmee zullen ophouden en gelijk anderen hun vuil gewoonweg ook buiten gaan werpen." De gegrondheid dier vrees toont de commissie van beheer dan met feiten aan. De conclusie van het rapport luidt aldus„Het komt uwe commissie daarom niet ge- wenscht voor om den reinigingsdienst zoodanig uit te breiden, dat daarvoor belangrijke kosten moeten gemaakt worden, terwijl het doel niet zal worden bereikt." 3. Bij onderzoek naar aanleiding eener klacht bleek aan de commissie, dat in de gang tusschen Middellaan 21 en 23 de in richtingen tot afvoer van water en van fsecaliën uit het perceel Middellaan 21 zeer gebrekkig waren en dat daardoor in de om geving stank werd verspreid. Aan burgemeester en wethouders werd verzocht, maatregelen ter verbetering te nemen. Tengevolge der door burgemeester en wethouders genomen maat regelen werd de toestand verbeterd. 4. Naar aanleiding eener klacht over verontreiniging van den toegangsweg tot het oud-station werden inlichtingen gevraagd aan den directeur der gemeente-reiniging. De ontvangen inlichtingen deden de commissie besluiten, den klager te adviseeren zich te wenden tot genoemden directeur. 5. Van een bewoner der Baronielaan onder de gemeente G171- nèken ontving de commissie een schrijven, om de aandacht erop te vestigen, dat het stof, verzameld door een stofzuiger, maar ergens wordt neergeworpen in de omgeving van de plaats, waar de stof zuiger in werking is. De commissie zond afschrift van het schrijven aan de gezond heidscommissie te Ginneken, omdat binnen het ressort dezer com missie niet alleen de schrijver van den brief maar ook de eigenaar van den bedoelden stofzuiger woonde. C. Verontreiniging van de lucht (stank van fabrieken, enz). 1. Zaak jamfabriek, Prinsenhage. Zie verslag 1907, hoofdstuk III, C, 1. In de vergadering van 12 Februari werd deze zaak door een der leden van de commissie nogmaals ter sprake gebracht, omdat de last van stank in een gedeelte der gemeente Breda veroorzaakt door het uitloopen van het vuile water der jamfabriek te Prinsen hage in Bredasche wateren eerder toegenomen dan afgenomen was.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1908 | | pagina 199