2 IÓ
genoemde bijdrage door het rijk aan de gemeente zal worden
verzekerd.
Indien nu de overdracht van het terrein aan de vennootschap
tijdig zal plaats hebben en omtrent het benoodigde voorschot door
H. M. de Koningin tijdig eene gunstige beslissing zal worden ge
nomen, zal het bestuur in den loop van het jaar 1909 met den
aanbouw der woningen een aanvang kunnen maken.
Tot het een en ander blijft het bestuur zijne beste krachten
aanwenden.
Aan het slot van dit verslag zij met dankbaarheid erkend, dat de
vennootschap van het gemeentebestuur van Breda alle medewerking
heeft ondervonden ter bespoediging der behandeling van de hier
boven genoemde verzoekschriften.
Breda30 April 1909.
C. VAN EIJK, voorzitter.
C. BADON GHIJBEN, penningmeestei es
H. W. VENKER.
W. VRUGGINK, secretaris.
De toestand der hoogdrukwaterleiding dezer gemeente wordt
neergelegd in het volgend verslag