VERSLAG van den toestand der gemeente gasfabriek te Breda over 1908, opge maakt door den directeur, ingevolge art. 18 van diens instructie. De directeur der gemeente-gasfabriek beeft de eer U aan te bieden het verslag over het dienstjaar 1908. Belangrijk voor de gemeente Breda was de ie October, daar het op dien datum 50 jaren was geleden, dat de fabriek voor rekening der gemeente was opgericht. De loop van het gasbedrijf in dit tijdvak van 50 jaren is te zien uit eene tabel, die aan dit verslag is toegevoegd. Het winst-cijfer was ook over 1908 hooger dan het cijfer, dat op de begrooting voorkwam. De prijs van het gas bleef als voorgaande jaren. De verkoop van cokes bracht in doorsnee minder op, terwijl de aankoop van gaskolen een hooger bedrag vorderde. Uitbreiding in de fabriek had niet plaats. In de stokerij waren in den winter op twee na alle ovens in werking, zoodat in dit jaar met acht ovens de maximale productie werd behaald. Hieruit volgt, dat moet worden nagegaan of en op welke wijze in de uitbreiding voor gasfabricage moet worden voorzien. In overweging werd gegeven het aanbrengen van eene inrichting voor het afzuigen van damp onder den laadvloer der stokerij. Een besluit werd daaromtrent nog niet genomen. Voor de stokers werd tot eene groote verbetering besloten, namelijk de invoering van het drieploegenstelsel of wel den achturigen werkdag. Dit besluit is 1 Januari 1909 in werking getreden. Tot uitvoering is gekomen het leggen van eene 18" hoofdleiding van de fabriek tot de Tolbrug in verbinding met een 20" zinker door de Haven aldaar, hetgeen in het vorig verslag was voorgesteld. .De gasprijs was 6 cent, voor muntgasverbruikers dU cent, voor verbruikers buiten de gemeente 9 cent. voor fabrieken buiten de gemeente 7 cent per M3. Het aantal gasverbruikers binnen de gemeente was op 31 Decem ber 2138, het aantal muntgasverbruikers steeg in dit jaar van 247 tot 350. Buiten de gemeente waren 302 verbruikers a 9 cent en 7 a 7 cent.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1908 | | pagina 263