300
van dr. Van Cooth en de leerplichtwet" voegde één hunner hier
aan toe, een volgorde die o.i. niet de ware mag zijn.
Op de twee overige scholen blijkt, ondanks leerplichtwet en legaat
Van Cooth, het ongegrond schoolverzuim nog steeds betrekkelijk
groot te zijn op één ervan zelfs iets grooter dan verleden jaar.
Zeer terecht beklaagt zich een der hoofden erover, dat de arbeids
wet toelaat de leerplichtwet te ontduiken.
C. Resultaten van het onderwijs.
Verblijdend mag het worden genoemd, dat de hoofden der ver
schillende scholen op goede resultaten van het onderwijs konden wijzen.
Vooreerst kon op al de scholen het gros der leerlingen tot een
hoogere klasse worden bevorderd, een feit, dat zoowel voor de
toewijding en plichtsbetrachting van de onderwijzenden, als voor
den ijver en vlijt van de leerlingen pleit.
Voorts deden van vier verschillende scholen leerlingen examens
voor andere inrichtingen van onderwijs, en deze slaagden alle.
Aldus kwamen, na het openbaar lager onderwijs hier ter stede te
hebben genoten, 15 leerlingen op de hoogere burgerschool, één op
het gymnasium, 8 op de rijks-normaallessen en 2 op bijzondere
kweekscholen, terwijl ééne leerlinge met goed gevolg het examen in
nuttige handwerken aflegde.
D. Herhalingsonder w ij s.
Aan twee openbare scholen werd in 1908 herhalingsondenvijs
gegeven, en wel voor jongens op drie avonden per week in de
school aan de Kloosterlaan. Deze lessen werden door gemiddeld
120 leerlingen, in vijf klassen verdeeld, geregeld gevolgd.
In de school aan de Middellaan werd dit onderwijs Woensdag en
Zaterdag des namiddags verstrekt aan een 16-tal meisjes.
Aan beide scholen werd door sommige leerlingen gebruik' gemaakt
van de gelegenheid om Fransch te leeren.
E. Wenschelijke veranderingen
Moge al, uit de resultaten bovenvermeld, blijken, dat het openbaar
lager onderwijs alhier goed kan worden genoemd, toch blijkt het
uit de verslagen van sommige hoofden, dat er nog veranderingen
hier en daar kunnen worden aangebracht, die zonder twijfel ver-