3°2
klasse en niet de onderwijzer alleen het gegeven bescheid
kan hooren. Niet alleen komt aldus het onderwijs ook de andere
leerlingen meer ten goede, maar ook wordt het kind erin geoefend
zijn gedachten in goede taal met gepaste vrijmoedigheid te uiten.
HOOFDSTUK II.
Het bijzonder onderwijs.
Uit den aard der zaak kan het verslag over de inrichtingen voor
bijzonder onderwijs, uit gebrek aan gegevens, niet zoo uitvoerig zijn
als dat over de openbare scholen.
Wat echter hierboven is vermeld aangaande de door de commissie
bij het schoolbezoek opgedane ervaringen en de daaraan ontleende
opmerkingen geldt evenzeer het bijzonder onderwijs in deze gemeente.
Bijzonder onderwijs werd in 1908 te Breda gegeven aan de na
volgende scholen
I. Een school van de maatschappij tot nut van 't algemeen,
hoofd cle heer Borren.
Deze school in de twee laagste klassen gemengd, wordt van af
de 3e klasse een jongensschool met in 't geheel een cursus van 9
jaren. Opgeleid worden de leerlingen aldaar voor het gymnasium
en de hoogere burgerschool zoowel als voor de cadettenschool. Zij
kan op goede resultaten van haar onderwijs roemen.
II. Een meisjesschool van de maatschappij tot nut van 't
algemeen, hoofd mejuffrouw Wijchers, die in 't afgeloopen jaar
mejuffrouw Bueninck verving. De leerlingen komen op deze inrich
ting, na eerst de twee laagste klassen van de school van den heer
Borren te hebben afgeloopen. Ook deze school leidt met succes
leerlingen op voor gymnasium en hoogere burgerschool.
III. Een bijzondere school voor protestanten, hoofd de heer
Torenbeek.
Ook van deze school kunnen leerlingen overgaan naar gymnasium
en hoogere burgerschool, terwijl er een hoogere klasse aan is ver
bonden, waar het onderwijs parallel loopt met dat op de 2e klasse
der hoogere burgerschool.
IV. Een Roomsch-Katholieke bijzondere school, hoofd de heer
Pas, uitsluitend voor jongens, die er worden opgeleid voor gym
nasium en hoogere burgerschool. Ook doen leerlingen dezer school,