3°7 onderwijs vaarwel, ofschoon hij pas n jaar oud was en eerst in 't derde leerjaar was geplaatst. Verreweg de meeste dier kinderen gaan naar fabrieken of worden door de ouders in eene dienstbetrekking geplaatst. Als men nu nagaat, dat de vonnissen zich in den regel bepalen tot onbelangrijke geldboeten en wat nog erger is bij den tragen gang onzer rechtspleging gewoonlijk slechts een paar veroor deelingen in een voljaar tijds voor dezelfde voortgezette overtreding volgen, dan ligt het voor de hand, dat de meeste ouders liever een vonnis afwachten, dan de dikwerf niet onbelangrijke verdiensten van hun kind prijs te geven. Gewoonlijk stuiten wij dan ook op onwil der ouders bij onze aanmaningen, om de kinderen weer naar school te zenden. Het is onze vaste overtuiging, dat hierin alleen verandering kan worden gebracht door eene vlugge berechting en het opleggen van flinke straffen, terwijl ook de arbeidswet eene bepaling diende in te houden, dat geene kinderen op fabrieken mogen worden toegelaten, clie niet aan de leerplichtwet voldaan hebben. Immers, het zou niet mogen of kunnen voorkomen, dat kinderen een voljaar en langer nog nagenoeg straffeloos de school verzuimen. Waar blijft zoo vragen wij ons af hier de eerbied voor de wet? Nu moge het waar zijn, dat het voor sommige gezinnen eene uitkomst is, wanneer de oudste kinderen iets tot steun van het gezin kunnen bijdragen, doch hiertegenover staat, dat vele goed- gezinden, voor wie eenige steun als 'l ware even onmisbaar is, ver stoken blijven van hetgeen anderen zich maar voetstoots aanmatigen. De overige verzuimen laten zich verdeelen in de volgende ru brieken 85 leerlingen verzuimden 0111 boodschappen te verrichten of be hulpzaam te zijn in de huishouding; 48 om onbekende redenen; 24 wegens het voortdurend op straat loopen; 21 om allerlei voorgewende redenen 14 wegens slordigheid in het gezin; 7 wegens groote onverschilligheid der ouders; 6 wegens ziekte, welke opgaven echter onbetrouwbaar werden geacht 4 om te gaan leuren met koopwaren;

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1908 | | pagina 325