VERSLAG over den toestand van het
middelbaar onderwijs in de gemeente
Bredagedurende het jaar 1908.
Het getal der scholen voor middelbaar onderwijs bleef in 1908
onveranderd, te weten
A. De hoogere burgerschool met vijfjarigen cursus
B. De burger-avondschool met vierjarigen cursus; en
C. De gemeente-teekenschool met zesjarigen cursus.
De commissie van toezicht vergaderde vijftien malen, onder meer
voor de vaststelling van het jaarverslag, het programma der drie
scholen, den uitslag van overgangs- en toelatings-examens van
hoogere burgerschool en burger-avondschool, de toelating van leer
lingen tot de gemeente-teekenschool, de herziening van de veror
dening op het middelbaar onderwijs, de herbenoeming en benoeming
van leden der commissie en van leeraren en eindelijk over de defi
nitieve reorganisatie der gemeente-teekenschool.
De commissie had het verlies van twee harer leden te betreuren.
Op 16 Maart 1908 overleed na eene langdurige ongesteldheid
haar medelid, de heer E. H. A. Guljé, oud-burgemeester van
Breda en voorzitter der commissie. De heer Guljé werd voor de
eerste maal tot lid gekozen in de gemeenteraadszitting van 12
Augustus 1893, ter vervanging van zijn ambtsvoorganger, rar. E. de
Man. Door zijn medeleden werd hij onmiddellijk daarop tot voorzitter
der commissie benoemd. De heer Guljé nam een zeer groot aan
deel in de werkzaamheden der commissie. Tot zijne laatste ziekte
ontbrak hij zelden in de vergaderingen.
Een woord van dankbare hulde dient den overledene gebracht
voor alles wat hij in het belang van het middelbaar onderwijs deed.
Gedurende zijn voorzitterschap werd o. m. de hoogere burgerschool
gereorganiseerd en uitgebreid, zoodat stichting van een nieuw school
gebouw noodzakelijk was (19001901). Zijn naam zal nauw ver
bonden blijven aan de geschiedenis van onze middelbare scholen.
In de tweede plaats verloor de commissie haar medelid, den
heer H. F. Thijssen, die door overplaatsing naar Utrecht genood-