353
ding werd gemaakt, werd bij raadsbesluit van 11 Januari 1908
eervol ontslag verleend, onder dankbetuiging voor de vele en goede
diensten als leeraar bewezen en zulks met ingang van den dag,
waarop hij het hoogleeraarsambt zou aanvaarden (4 Februari
1908).
De heer Reinders was niet alleen een bekwaam scheikundige,
maar ook een uitnemend docent, wiens heengaan ook door de leer
lingen ten zeerste werd betreurd.
Ter vervanging van prof. Reinders werd in dezelfde raadszitting
(tot 1 September 1908) aangewezen de heer J. E. van den Arend,
doctorandus in de chemie te Haarlemdie in het najaar van 1907
(10 October tot 31 December), tijdens de ziekte van dr. Reinders,
diens lessen met goed gevolg had waargenomen.
In de tweede plaats werd aan den heer J. A. Verdenius, leeraar
in de Hoogduitsche taal, eervol ontslag verleend, wegens benoeming
tot leeraar aan de hoogere burgerschool met driejarigen cursus te
s-Gravenhage (Juli 1908). Ook in den heer Verdenius verloor de
school een bijzonder bekwaam en geschikt docent. Sedert 1 No
vember '1905 aan de school verbonden, was hij na het verkrijgen
der volledige bevoegdheid met ingang van 1 April 1908 definitief
benoemd (raadsbesluit van 7 Maart 1908). Zooals te voorzien was,
werd hij al spoedig elders benoemdbij raadsbesluit van 8
Augustus 1908 werd den heer Verdenius eervol ontslag ver
leend.
Gaarne zou de commissie den heer Verdenius aan de school
hebben zien blijven. Tot zijn opvolger werd in de gemeenteraads
zitting van 1 September 1908 voor het cureusjaar 1908—1909 be
noemd de heer D. J. van Enst, oud-leerling der school, die in 1905
gedurende de maanden September en October met goed gevolg de
betrekking tijdelijk had waargenomen. De heer Van Enst trad
onmiddellijk na het vertrek van den heer Verdenius, n.l. 1 October
1908, in functie.
In de gemeenteraadszitting van 8 Augustus 1908 werd de heer
J. E. van den Arend, die inmiddels aan de hoogeschool te Am-
sterdam bevorderd was tot doctor in de scheikunde (24 Juni 1908),
definitief benoemd tot leeraar in de scheikunde aan de hoogere
burgerschoolde heer J. H. H. Houben werd in die zitting voor
het cursusjaar 10081909 herbenoemd tot leeraar in de Nederland-
sche taal en de geschiedenis.