375
De formulieren van inschrijving waren evenals een vorig jaar,
dank zij de welwillendheid van den heer directeur der ambachts
school, aan het gebouw dier school vooraf verkrijgbaar gesteld.
Zonder examen werden toegelaten
1°. Tot de eerste klasse leerlingen der ambachtsschool, die, vol
gens de verklaring van den directeur in overleg met den hoofdon
derwijzer voor het lager onderwijs, daartoe geschikt waren, en leer
lingen, die volgens verklaring van de hoofden van scholen met goed
gevolg de hoogste klasse der lagere school hadden doorloopen en
niet langer dan één jaar die school verlaten hadden.
Van de leerlingen, die een vorig jaar in de eerste klasse waren
blijven zitten, werd slechts één opnieuw in die klasse geplaatst de
overigen waren ongeschikt en werden dus naar de herhalingsschool
verwezen.
2e. Tot de tweede (derde en vierde) klassen zij, die een vorig
jaar bevorderd waren tot die klassen of in die klassen waren
blijven zitten.
Een leerling kon direct tot de tweede klasse toegelaten worden
op grond van genoten meer uitgebreid lager onderwijs.
Een veertiental jongelieden moest toelatings-examen afleggen voor
de eerste klasse. Dit examen werd afgenomen door de leeraren
W. H. Tromp, W. W. Plasman en J. F. Thijssen onder leiding
van den directeur. Alle candidaten werden afgewezen, een bedroe
vende uitkomst, vooral omdat de examen-eischen, door drie ervaren
onderwijzers gesteld, niet te hoog waren.
Voor rekenkunde behaalde geen enkele candidaat voldoende; in
een eenvoudig dictée schreef een der leerlingen o.a.: „de vluidende
voogel vladert oven den weiden", en dergelijke zinsneden zouden
meer kunnen worden aangehaald.
Een volledig overzicht van de toelating en de afwijzing der leer
lingen geeft tabel III.