425 gekeerd, en wel aan een den Protestantschen en aan een den Roomsch-Katholieken godsdienst belijdende. In het genot van deze uitkeering zijn thans Clara Hopman en Geertruida van Gooi. Ook wordt aan deze vrouwen uitgekeerd de rente van f 27,05, belegd in de Rijks-postspaarbank. I)it bedrag is ontstaan door het verschil tusschen de aflossing der Russische obligatiën bovengenoemd en den aankoop der Neder- landsche werkelijke schuld. Mede is o-nder het sub 2genoemde kapitaal begrepen eene som van f 3000,in contanten gelegateerd door wijlen mevrouw Hen rietta Johanna Anna Maria Oukoop, weduwe van den hoogedel- gestrengen heer Charles David van Naerssen, welke gelden ingevolge hare uiterste wilsbeschikking, bij akte verleden voor den notaris mr. J. A. Vorstman te Ginnekenzijn ingeschreven in het grootboek der Nederlandsche werkelijke schuld. De rente van dit kapitaal moet, mede ingevolge bovengenoemde uiterste wilsbeschikking, uitsluitend worden aangewend tot uitdeeling van brood en brandstoffen aan de armen. De bij den aankoop dezer inschrijving in het grootboek overge bleven som van f 65,25 is door ons in de rijkspostspaarbank belegd. De daaruit voortspruitende rente wordt eveneens bestemd tot uitdeeling van brood en brandstoffen. Bovendien bezit onze administratie a. een certificaat Nederlandsche werkelijke schuld, groot f 1000, rentende 3 den arme geschonken door den weledelzeergeleerden heer dr. A. F. J. IngenHousz, bij gelegenheid van zijn gouden huwelijksfeest op 14 April 1897, onder voorwaarde de rente te besteden tot uitdeeling van brandstoffen en voedingsmiddelen b eene obligatie gemeentecrediet, groot f 100, rentende 3 °/0, den arme geschonken door den weledelen heer J. M. Rosman, lid van ons bestuur, bij gelegenheid van zijn zilveren huwelijksfeest op 28 Juni 1900, onder dezelfde voorwaarde als hiervoor bij punt a is vermeld c. een 4°/0 pandbrief Zuider-Hypotheekbank, groot f xooo,in Augustus 1902 door den rentmeester van ons bestuur voor den arme ontvangen van iemand, die onbekend wengcht te blijven, en die als voorwaarde stelde de rente aan te wenden als hiervoor bij punt a is aangegeven.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1908 | | pagina 443