449 Evenals het vorige jaar is nu weder in het hiervoor omschrevene gewezen op de vermindering van beleeningen en lossingen der panden. Dit verschijnsel is niet onverklaarbaar. De algemeene maatschappelijke toestanden zijn er niet op verbeterd. De waarde-vermindering van bijna alle ter beleening aangeboden goederen houdt stand, vooral de manufacturen en de gemaakte kleederen, omdat de koopers meer rekening houden met de eischen der mode dan met soliditeit. Dientengevolge moet de schatter de grootste voorzichtigheid in acht nemen bij de beleening der aan geboden panden. Zoo ook bij de verkocht wordende panden. Niettegenstaande de vele moeite, die aangewend wordt om geene ophoudingen te hebben, zijn somtijds de bedongen prijzen zóó laag, dat sommige panden niet anders dan met verlies worden te gelde gemaakt. Om tusschen- tijds of buitengewone verkoopingen te houden, is gebleken nadeelig te werken. De goederen, die gemiddeld 16 maanden, sommige nog langer, beleend zijn, worden somtijds tot een minimum teruggebracht of niet meer opnieuw beleend. De basis voor de beleening moet steeds blijven „de opbrengst der goederen bij de publieke verkoopingen". Nog eene bemerking is noodig. De huizen „met recht van weder- inkoop" beleenen op de meeste, zelfs waardelooze panden eene hooge som, daar de winst door hen gemaakt tot 25 °/0 per week beloopt. In verband met bovenstaande is aangeduid, waardoor het aantal beleeningen en lossingen kleiner is. De rentestandaard is bij koninklijk besluit van 20 December 1906, voor den tijd van 2 jaren, goedgekeurd ad 12 °/0 voor alle panden, en ingegaan 1 April 1907. De gemeente heeft aan de bank een crediet verleend van f25 000, onder bepaling, dat, bij winst, aan de gemeente zal worden uitge keerd tot een maximum van 4 °/0 van het opgenomen kapitaal. (Raadsbesluit van 23 April 1887). Daar het jaar 1908 een verlies aanwijst, zijn geene renten uitgekeerd. Op 31 December 1908 was opgenomen f 7 000, De instelling staat onder beheer eener commissie van vijf leden, overeenkomstig artikel 2 van het reglement der bank. In den loop van het jaar werd den heer mr. H. R. van Maasdijk, wegens vertrek.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1908 | | pagina 467