32 B. Het college van dagelijksch bestuur. Voormeld college was op 31 December 1908 samengesteld uit de heeren mr. E. P. van Lanschot, burgemeester, benoemd bij koninklijk besluit van 21 Augustus 1907, n°. 46; geïnstalleerd n September daarna. A. P. Scheltus, wethouder, aftredende in 1911. W. G. H. Rombouts, wethouder, aftredende in 1911. mr. P. M. J. E. Bloemarts, wethouder, aftredende in 1914. Zoowel de burgemeester als de wethouders waren met de heeren P. A. Wijmer, commies (als hoofd) ten kantore van den burger lijken stand, en A. J. van Son (hoofdcommies ter algemeene secretarie), ambtenaren van den burgerlijken stand. Secretaris: H. H. Jonkergouw, benoemd bij raadsbesluit van 20 Juni 1908, in functie getreden 1 November 1908, na bevorens in de raadszitting van 24 October 1908 te zijn beëedigd. Ontvanger: F. F. X. Cerutti, benoemd bij raadsbesluit van 12 Maart 1892^. Mutatiën in den raad en in het dagelijksch bestuur. In het dagelijksch bestuur hadden geene mutatiën plaats. De heer mr. P. M. J. E. Bloemarts, die op den eersten Dinsdag van September als wethouder aan de beurt van aftreding was, werd in de raadszitting van 1 September 1908 als zoodanig herbenoemd. Door overlijden, op 16 Maart 1908, ontviel den raad zijn medelid en oud-voorzitter de heer E. H. A. Guljé. Aan zijne nagedachtenis werd dankbaar eere gebracht in de openbare raadszitting van 28 Maart 1908. In de plaats van den heer L. A. M. van Mierlo, op 23 November 1907 overleden, werd op 21 Februari 1908 tot lid van den raad voor district I gekozen de heer J. M. IngenHousz.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1908 | | pagina 50