33
De heer A. C. Bom, die bij de periodieke verkiezingen in 1907
was gekozen tot lid van den raad voor district III, doch bij raads
besluit van 10 Augustus 1907 niet als zoodanig was toegelaten,
werd 21 Februari 1908 opnieuw tot lid van den raad voor
gemeld district benoemd.
Bij koninklijk besluit van 29 Mei 1908, n\ 43, werd, met ver
nietiging van het besluit van gedeputeerde staten van Noord-Brabant
d.d. 22 Augustus 1907, beslist, dat de heer J. A. H. van den Brink,
bij de periodieke verkiezingen in 1907 benoemd tot lid van den
raad voor district III, als zoodanig alsnog zou worden toegelaten.
Vaste en andere commissiën.
De volgende vaste commissiën waren in 1908 werkzaam:
1. De commissie van bijstand in het beheer der gasfabriek en
hoogdrukwaterleidingbestaande uit de heeren
mr. E. 1'. van Lanschot, burgemeester, voorzitter.
H. A. Sassen.
L. J. Staal.
A. A. A. Meeuwesen.
Secretaris dier commissie
H. H. jonkergouw.
2. De commissie van beheer der gemeente-reiniging, bestaande uit
de heeren
W. G. H. Rombouts, wethouder, voorzitter.
J. Lijdsman.
W. J. Slechtriem.
A. F. Smits.-
I'. A. F. de Bont.
Secretaris: de directeur.
3. De commissie voor het ontwerpen van strafverordeningen (art.
166 der gemeentewet), bestaande uit de heeren
mr. E. P. van Lanschot, burgemeester.
mr. P. M. J. E. Bloemarts.
mr. W. IngenHousz.
jhr mr. A. Reigersman.
3