VERSLAG omtrent de verrichtingen der openbare
gemeentewerken te Breda.
BIJLAGE 0.
i
1. Personeel.
Het personeel van ambtenaren bestond op 31 December
1909 uit
1 gemeente-architect.
1 hoofdopzichter.
1 opzichter tevens teekenaar.
1 opzichter voor wegen en grachten.
1 meesterknecht voor de onderhoudswerken.
In het personeel van ambtenaren kwam geene verandering.
Met 1 Juli werd tot tijdelijk opzichter benoemd J. H
Bossink te Gennip.
Van af 20 December werd aan den opzichter ter uitvoering
van de woningwet en het bouw- en woningtoezicht verlof
gegeven en werd hij met ingang van 1 Maart 1910 ontslagen.
Het bouw- en woningtoezicht wordt tengevolge dezer vaca
ture tijdelijk waargenomen door den hoofdopzichter.
Het aantal vaste werklieden bedroeg op 31 December 1909 24.
Het aantal losse werklieden gedurende enkele weken in de
zomermaanden bedroeg 9.
Aan arbeidsloon werd in het geheel uitbetaald f 13 641,505
tegen f 13681,70s in 1908.
Dit bedrag kan als volgt over de verschillende volgnummers
der begrooting worden verdeeld
Volgnummer 86. Schoonmaken en meubelen
gemeentehuis f 210,17
94. Stembureaux20,62
97. Uitsteken torenvlag, enz. 141,50
102. Wegen, straten en pleinen. 4717,295
Transporteeren
f 5 089,585