r
35
KUL, 0.
taat van
geldleeningen.
If 160360
taat van
i 1
afschrijvingen.
tot en
31 Dec. 190?
115 00O:
25 000
Afgelost tot en
bet 31 Dec. 1909.
39 oooj—
I 360
Geldleening
pro resto groot
1 7.0 000
161 000
32 64o'
f 323 640
.litengewone
irij vingen vax|
0,762
459|24
95 55
548 54
292 07
241 <S4
46642
22 63
98 24
376:8I
1715
2 74
49 11
6351
17 ij
2 751 -
Verhoogd
in 1909.
Balans waarde
1909.
78—
3 436i°7
393 75
615
95
48
3 219
3 547j5o
1 J95 05
14485 80
58 25°,
11 784
69 199
35 J39
29 896
62 283
2 617
ï2 365
49 °97
1 982
3T7
8 937
I I 388
3 !87
76
45
46
93
16
77
37
96
34
85
26
63
28
69
356 448.91
De gewone aflossing zou f 5000,
doch bij raadsbesluit van 23 Sept.
op deze leening f 9000, - buitengew
Voor de aanlegkosten in 1908
muntgas 1908
1909
in 1909
Totaal
is nog geen leening gesloten.
De schuld echter bedraagt
j)
5J
bedragen,
1909 is nog
oon afgelost,
f 10833,77
v 7 489,34
7 962,03
6523,77
f 32 808,91 is
f 323 640,—
32808,91
Totaal f 356 448,91
De staat van afschrijvingen moet in dezelfde
verhouding blijven met den staat der geldlee
ningen. Daar over 1909 in het geheel
is afgelost f19 000,en de afschrijvingen
bedragen 16 249,geeft dit een
verschil van f 2751,welk bedrag van de ver
schillende posten is afgeschreven.