BIJL. Q.
6
missie niet ter oore. Het aantal inrichtingen bleef onveranderd
en gezamenlijk voorzagen zij in de behoefte aan onderricht
voor die kinderen, wier ouders aan het daar gegeven onder
wijs de voorkeur schenken. Over de volgende elf scholen
waren deze leerlingen verdeeld
I. Eene school van de maatschappij tot Nut van 't
Algemeen, hoofd de heer Borren.
In de laagste 2 klassen gemengd, wordt deze school daarna
eene jongensschool met in 't geheel een leertijd van 9 jaren.
Zij leidt de leerlingen op voor gymnasium, hoogere burger
school en cadettenschool en heeft de voldoening gehad in
1909 wederom haar gevestigden naam hoog te houden.
II. Eene roomsch-katholieke bijzondere school voor jongens
onder bestuur van den heer Pas, die zijne leerlingen opleidt
voor gymnasium en hoogere burgerschool, en hen door het
volgen van eene hoogere klasse ook in staat stelt zich de akte
lager onderwijs te verwerven.
III. Eene bijzondere school voor protestanten, hoofd de
heer Torenbeek. Ook van deze school slaagde reeds menig
leerling voor gymnasium of hoogere burgerschool, terwijl eene
hoogere klasse, die eraan verbonden is, hen, die deze afdeeling
met vrucht gevolgd hebben, in staat stelt toelatings-examen
te doen voor de 3'10 klasse der hoogere burgerschool.
IV. Eene meisjesschool van de maatschappij tot Nut van 't
Algemeen onder bestuur van mejuffrouw Wijchers. De vrouwe
lijke leerlingen, die de laagste 2 klassen van den heer Borren
hebben doorloopen, bezoeken deze inrichting, die ook voorbe
reidt voor het toelatings-examen van gymnasium en hoogere
burgerschool
o
V. Eene meisjesschool der geestelijke zusters van het
genootschap voor opvoeding en onderwijs, gevestigd te Roosen
daal. Behalve gewoon lager onderwijs wordt er ook meer
uitgebreid lager onderwijs verstrekt en vindt men er naast eene
normaal- ook eene bewaarschool.
VI. Eene diaconieschool der Nederduitsch-Hervormde ge
meente, hoofd de heer Hartmans. Deze school met de eraan