BIJL. R.
2
opgeroepen. Vier hunner gaven aan de oproeping gevolg,
terwijl de overigen zich niet de moeite getroostten, de oorzaken
van het verzuim te komen toelichten.
Uit de verkregen inlichtingen bleek ons, dat twee kinderen
reeds als leerling op eene lagere school waren ingeschreven,
dat één elders aan de bepalingen der leerplichtwet had voldaan
en één wegens wangedrag van eene bijzondere school was
weggezonden. De overige drie werden ambtshalve op eene
openbare school geplaatst.
Relatief schoolverzuim.
Uit hoofde van ongeregeld schoolbezoek, werden in het
afgeloopen jaar voor onze commissie opgeroepen de aanspra
kelijke personen voor 254 leerlingen, tegen 259 in 1908.
Reeds in ons vorig jaarverslag wezen wij erop, dat het
schoolverzuim in deze gemeente, ondanks de leerplichtwet,
van zeer grooten omvang is en dat het aantal aansprakelijke
personen, hetwelk deswege voor onze commissie werd opge
roepen, in de voorafgegane vijf jaren zelfs met nagenoeg 22
procent was toegenomen
Ook dit jaar is van eenige verbetering in dit opzicht hoege
naamd niets te bespeuren.
Tot nog toe kunnen wij slechts herhalen, hetgeen wij in
ons eerste jaarverslag schreven, dat tal van ouders zich willens
en wetens onttrekken aan de naleving van de voorschriften
der leerplichtwet en met die voorschriften openlijk den spot
drijven. Met ongeduld zien wij dan ook het tijdstip tegemoet,
waarop door eene doelmatige wetswijziging het vrijwillig
schoolverzuim tot de kleinste proportiën zal kunnen worden
teruggebracht.
Van de aansprakelijke personen der hiervoor genoemde 254
leerlingen verschenen er 65 voor onze commissie, terwijl de
verzorgers van de overige 189 leerlingen aan de oproeping
geen gevolg gaven. De bij de wet voorgeschreven waar
schuwing werd hun schriftelijk toegezonden.