BIJL. H. 2 i September 1904 leeraar in de wiskunde, in de raadszitting van 10 Juli 1909 ook benoemd tot leeraar in het boekhouden met ingang van 1 September d,a.v. Deze benoeming maakte het mogelijk den heer H. A. Rijkens al de lessen in aard rijkskunde op te dragen, door hem te ontheffen van het onderwijs in het boekhouden. Gedurende de laatste jaren gaf de heer Van Herk steeds enkele uren onderwijs in de aard rijkskunde. De beide tijdelijke leeraren, de heeren dr. J. H. H. Houben en D. J. van Enst, werden in de raadszitting van 4 Juni als zoodanig herbenoemd (respectievelijk voor Nederlandsch en geschiedenis en voor Hoogduitsch). Het personeel der hoogere burgerschool bestond op 31 December 1909 dus uit de heeren B. W. Mondt, civiel-ingenieur, directeur en leeraar in de wiskunde, de werktuigkunde en het rechtlijnigteekenen C. B. Barto, werktuigkundig-ingenieur en leeraar in de wiskunde, de werktuigkunde en het rechtlijnigteekenen A. van Herk, leeraar in de wiskunde en het boekhouden A. J. Klein Swormink, leeraar in de wiskunde dr. P. G. Tiddens, leeraar in de natuurkunde en de cos- mographie dr. J. E. van den Arend, leeraar in de scheikunde dr. J. E. Couvée, leeraar in de natuurlijke historie, de natuurkunde en de cosmographie J. de Jong Az., leeraar in de geschiedenis en de staatsweten schappen H. A. Rijkens, leeraar in de aardrijkskunde en het boekhouden; J. M. Acket, leeraar in de Nederlandsche taal en letterkunde dr. J. H. H. Houben, leeraar in de Nederlandsche taal en geschiedenis C. Goedeljée en E. E. Hartmann, leeraren in de Fransche taal en letterkunde G. M. van Riemsdijk, leeraar in de Eng'elsche taal en letterkunde B. E. Bouwman, leeraar in de Hoogduitsche taal en letterkunde;

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1909 | | pagina 390