T B. Het college van dagelijksch bestuur. 28 Voormeld college was op 31 December 1909 samengesteld uit de heeren mr. E. P. van Lanschot, burgemeester, benoemd bij konink lijk besluit van 21 Augustus 1907, n°. 46; geïnstalleerd 11 September daarna. A. P. Scheltus, wethouder, aftredende in 1911. YV. G. H. Rombouts, wethouder, aftredende in 1911. mr. W. IngenHousz, wethouder, aftredende in 1914. Zoowel de burgemeester als de wethouders waren met de heeren P. A. Wijmer, commies (als hoofd) ten kantore van den burgerlijken stand, en A. J. van Son (hoofdcommies ter secretarie), ambtenaren van den burgerlijken stand. Secretaris H. H. Jonkergouw, benoemd bij raadsbesluit van 20 Juni 1908. Ontvanger F. F. X. Cerutti, benoemd bij raadsbesluit van 12 Maart 1892, Mutatiën in den raad en in het dagelijksch bestuur. Door het aannemen zijner benoeming tot president van de arrondissements rechtbank alhier hield de heer mr. P. M. E. Bloemarts op wethouder te zijn. In diens plaats werd in de raadszitting van 4 Juni 1909 tot wethouder gekozen de heer mr. W. IngenHousz. In de raadszitting van 7 September 1909 werd mededeeling gedaan van een ingekomen schrijven van den heer J. A. J. W. van Hal, waarbij hij, wegens voortdurende ongesteldheid; ontslag neemt als lid van den gemeenteraad. In diens plaats werd op 16 December 1909 gekozen de heer F. C. J. van Huiten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1909 | | pagina 37