VERSLAG van de commissie voor de ambachts
school te Breda over het jaar 1909.
BIJLAGE T.
Aan den raad der gemeente Breda,
In tegenstelling met de laatste jaren, hebben wij ditmaal
eene verandering te vermelden in de samenstelling onzer
commissie. Doordat de heer J. A. J. W. van Hal, om redenen
van gezondheid, ontslag nam als lid van den raad der gemeente
en als zoodanig uwen raad in de commissie vertegenwoordigde,
ontstond er eene vacature, waarin bij uw besluit van 18 De
cember j.l. voorzien werd door de benoeming van den heer
A. A. A. Meeuwesen.
Wij zouden meenen aan den plicht der dankbaarheid te
kort te doen,t indien wij hier niet een woord van hulde brach
ten aan den heer Van Hal, die in de lange reeks van jaren,
dat hij deel uitmaakte van onze commissie, getoond heeft een
open oog en een warm hart te hebben voor de belangen van
het ambachtsonderwijs. Wij brengen slechts in herinnering,
hoe hij het is geweest, die in zijne kwaliteit van lid der
Staten van Noord-Brabant in 1897 een krachtigen stoot heeft
gegeven aan het verkrijgen van een oro\
Het is ons weder een zeer aangename taak, U, naar aan
leiding van een door het dagelijksch bestuur der gemeente d.d.
3 Januari j.l. aan ons gericht verzoek, het verslag aan te
bieden over het afgeloopen jaar.
Het is het 24s1® sedert de oprichting der school en hoewel
wij gehoopt hadden, dat 1909 ons de zoo lang gewenschte
uitbreiding en verbetering zou brengen, zoo kunnen wij toch
niet nalaten op den voortdurenden bloei van ons onderwijs
te wijzen.
Van de commissie.