BIJL. T.
i
niet alleen voor onze school, maar voor alle sedert op
gerichte ambachtsscholen in onze provincie Noord-Brabant,
dat hierin ten achteren was bij de zusterprovinciën in ons
vaderland, is niet alleen opgewekt geworden door zijn krachtig
woord, maar hij wist door zijne bemoeiingen te bewerken, dat
aan de leden der staten van ons gewest de gelegenheid ge
schonken werd van nabij te zien, wat onder ambachtsonder-
wijs verstaan werd en wat tot dan toe, dank zij de edelmoe
digheid van dr. van Cooth, was bereikt. De deelname aan
de tentoonstelling te s-Bosch in 1897 door onze school ver
schafte hem daartoe de g'ewenschte gelegenheid. Daarom
alleen reeds zal de naam des heeren Van Hal met gulden
letteren in de geschiedenis van het ambachtsonderwijs in
Noord-Brabant geschreven staan.
Moge het hem gegeven zijn, nog vele jaren eene welver
diende rust te genieten en de vruchten van zijne bemoeiingen
in deze te aanschouwen.
Gelijk wij boven reeds aanstipten, werd in de ontstane
vacature voorzien, door de benoeming van den heer Meeuwesen
Heeft deze zich in meer dan eene functie reeds doen kennen
als iemand van vooruitstrevenden aard en krachtigen wil,
dan gelooven wij ook in ons nieuw lid gevonden te hebben
den rechten man op de rechte plaats, die ons in onze grootsche
plannen, welke in wording zijn, van grooten dienst zal zijn en
die op waardige wijze de voetstappen van zijn voorganger
zal drukken.
De commissie bestaat uit de heeren
mr. E, P. VAN LANSCHOT, voorzitter.
A. A. A. MEEUWESEN,
F. M. LOYENS,
W. J. SLECHTRIEM,
P. OTTEN,
L. H. NUSSELEIN,
J. LIJDSMAN,
J. J. HARTE, secretaris.
/I /I/I'S