BIJL. T.
reeds eenigen tijd in onze bedoeling lag en dat wij daarvoor
den onontbeerlijken steun van provincie en rijk behoefden
Wij achtten, na nauwkeurige berekening, een bedrag van
f 7000,als rijkssubsidie gewenscht. Z. E. de minster van
binnenlandsche zaken kon echter een zoodanig bedrag niet
toezeggen, doch bracht tevens te uwer kennis, dat een bedrag
van f 5 500,kon worden verleend en getracht moest
worden om de ontbrekende f 1500,door bijdragen der
buitengemeenten te zien aangevuld.
Wij brengen U in herinnering, hoe door uwen raad werd
goedgevonden aan de betrokken gemeentebesturen te berichten,
dat in het vervolg- slechts dan leerlingen van buiten zouden
worden toegelaten, indien door de besturen der buitengemeen
ten voor ieder hunner een bedrag van f 15,in de ge
meentekas zou worden gestort. Het is niet te ontkennen,
dat een zoo luttel bedrag alleszins billijk kon worden geacht
en toch bleek dit niet door alle gemeenten zoo te worden
begrepen.
Het mag dan ook op zijn zachtst genomen verwondering
baren, dat sommige gemeentebesturen, als van Roosendaal
Zwaluwe en Zevenbergenom zoo'n luttel bedrag, de kinderen
van den ambachtsman niet in staat stellen eene grondige,
degelijke en laten wij er bijvoegen godsdienstige opleiding te
ontvangen. Onbekendheid met het ambachtsonderwijs kan de
reden niet zijn sedert 20 jaren en wellicht langer, bezoeken
leerlingen uit die plaatsen onze school en het is bekend wat
tal van flinke en degelijke werklieden in den Zevetibergschen
hoek hunne opleiding aan onze school te danken hebben.
Mogen bovengenoemde gemeenten het groot belang, dat er
voor den a. s. werkman in gelegen is, spoedig leeren inzien,
dan zullen als voorheen jongelieden uit die plaatsen, wier
ouders zich toch reeds zulke groote opofferingen getroosten,
weer van ons onderwijs kunnen profiteeren.
Wij mogen ons verslag niet eindigen, zonder een woord
van dank aan heeren gedeputeerden voor de voorbereiding
der thans, naar wij hopen, voor goed getroffen financieele