BIJL. W. 2 Ook het bezoek aan het museum op de Zaterdagnamiddagen bleef wij wel stationnair. Men weet, dat de tegenwoordige on gunstige plaats in deze van grooten invloed is en wij vertrou wen, dat de vrije opgang in eene onzer hoofdstraten, gepaard aan eene behoorlijke aanduiding aan de straat, ook vermeer dering van de algemeene belangstelling zal te weeg brengen. Noch in het bestuur noch in het ledental kwam in dit jaar eenige verandering! o o De algemeene ledenvergadering- herbenoemde met algemeene stemmen den heer dr. J. F. Corstens als bestuurslid, die deze herbenoeming aannam en zich ook verder met de functie van voorzitter wil blijven belasten. Werd de rekening van het vorig jaar afgesloten met een te kort van f 8,40, die over 1909 wijst een batig saldo aan van f 45,13. De ontvangsten bedroegen volgens die rekening f 82,50, de uitgaven met inbegrip van bovengenoemd saldo van A°. P". f 37,37. De bovenbedoelde overplaatsing van het museum staat met eene geheele reorganisatie gelijk, die aan het bestuur veel moeite en zorgen oplegtmoge het daarin krachtig gesteund worden door steeds toenemende belangstelling van de leden der vereeniging en het publiek. Het bestuur van het museum voor geschie denis en oudheidkunde te Breda dr. J. F. CORSTENS, voorzitter. J. R VAN KEPPEL, secretaris. Breda, Januari 1910.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1909 | | pagina 451