BIJL. X. 4 De ten behoeve van de voor rekening der gemeente ver pleegd wordende zieken voorgeschreven geneesmiddelen worden in de gemeente-apotheek gereedgemaakt, met uitzondering evenwel van diegenen, die lid van een zoogenaamd ziekenfonds zijn Door onze administratie wordt, ingeval een dergelijke in eene ziekeninrichting voor rekening' der g'emeente wordt opge nomen, op het daartoe strekkend bewijs vermeld de naam van het fonds, waarvan hij lid is, opdat de noodige geneesmiddelen alsdan niet ten laste van de gemeente maar voor rekening- komen van het betrokken fonds. Met de verpleging der zieken in het r.-k. gasthuis en diaconessenhuis zijn liefdezusters belastin het gemeente-zieken huis wordt de ziekenverpleging verricht door den concierge en ziekenverpleger B. Pierik, bijgestaan door zijne echtgenoote. Wanneer zulks voor de verpleging noodzakelijk blijkt, wordt genoemden concierge en ziekenverpleger voor rekening der gemeente meerder personeel toegevoegd. Met de verpleging der lijders, opgenomen in het gesticht voor besmettelijke ziekten, belasten zich de eerwaarde zusters van het r.-k. gasthuis. De verplegingskosten in het r.-k. gasthuis en diaconessen huis bedragen 35 cent per dag en per verpleegde, terwijl voor de verstrekking van voeding aan de in het gemeente-ziekenhuis verpleegd wordende lijders den concierge 60 cent per dag en per verpleegde betaald wordt. Voor verpleegd wordende kinderen worden evenwel de verplegingskosten geregeld naar den leeftijd. Wordt door den geneesheer, belast met de geneeskundige behandeling der in het gemeente-ziekenhuis verpleegd wordende behoeftige zieken, verstrekking van extra voeding, als melk, eieren, bouillon, wijn, enz., noodig geacht, dan wordt daaraan op zijne aanvraag gevolg' gegeven en worden de daarop vallende kosten door den concierge, boven de gewone verpleegkosten, in rekening gebracht. o O Op gelijke wijze wordt gehandeld met de verstrekking van extra voeding door de verloskundigen, aangevraagd ten behoeve

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1909 | | pagina 455