BIJL. AA.
8
dan is daardoor, ook voor deze streken,, reeds een voordeel
behaald, dat onze aansluiting wettigt.
Voor het verband met den Nederlandschen tuinbouw-raad
wordt io cent per lid betaald, bedragende dit in totaal voor
het verslagjaar de som van f 8,20.
Bij aftreding van den heer Lovink als directeur-generaal
van den landbouw werd uit de kas der vereeniging f 10 als
bijdrage voor een huldeblijk afgestaan. Bij de aanbieding
daarvan was de vereeniging door haren voorzitter, den heer
K. F. A. van de Wall, vertegenwoordigd.
Vergadering en
In het verslagjaar werden gehouden
1 jaarlijksche algemeene vergadering in Maart, iobestuurs
vergaderingen en 13 algemeene vergaderingen.
Bijzondere mededeelingen.
Reeds sedert den aanvang van het jaar 1906 streefde onze
vereeniging er naar, om den tuinbouw van de Baronie van
Breda door middel van eene krachtige organisatie tot grooter
bloei te brengen.
Aanvankelijk trachtte men dit te bereiken door het in 't
leven roepen van afdeelingen, die dan ook spoedig te Prtn-
senhage en Baar le-Nassau, voorloopig tot stand kwamen. De
praktijk bewees echter, dat men niet den juisten weg had
ingeslagen, doch dat het meer doeltreffend zou zijn, op plaat
sen, die op tuinbouw-gebied genoeg beteekenis hebben, afzon
derlijke vereenigingen te doen verrijzen en deze daarna in
een federatieven bond samen te vatten.
Na eene propaganda van 3 jaren kwamen buiten de onze
11 vereenigingen tot stand, en welt a Prinsenkage, Si W ille-
brord, Ginneken, LeurEttenZeggeTeteringenHoeven
Baar/e-Nassau, Zundert en Rijsbergen Voornamelijk was dit
te danken aan het energieke streven van den technischen
leider onzer vereenigtng, den rijks-tuinbouw-leeraar J. P. M.
Camman.