103 Aan dit recht is over 1910 ontvangen voor 130 gewone vergunningen f 7409,37' en voor 8 bijzondere vergunningen f 168,75, samen f 7578,12°, tegen f 8100,in 1909. Het recht voor eene bijzondere vergunning bedraagt 75 ten honderd van het bedrag, hetwelk voor eene gewone vergunning, evereenkomstig art. 20, 3de lid, der drankwet, wordt vastgesteld. Bovendien wordt het recht van elke vergunning met 50 ten honderd verminderd voor de localiteiten, waarin geen sterke drank in het klein verkocht of geschonken wordt tusschen Zaterdagavond 6 uur en Maandagochtend 8 uur. Van deze bijzondere bepaling werd in 1910 gebruik gemaakt door de houders van 5 bijzondere vergunningen. Met betrekking tot de schatting der huurwaarde van locali teiten, waarin sterke drank in het klein wordt verkocht, werd door ons in 1909 eene regeling vastgesteld, opgenomen in het gemeenteverslag van dat jaar, welke regeling ook in 1910 tot grondslag voor de berekening van het vergunningsrecht heeft gestrekt. Schatter van de dranklocaliteiten is de heer F. B. Engbersen. Ten aanzien van de uitvoering en de toepassing van verschil lende bepalingen der drankwet valt alsnog het volgende te vermelden. 3 vergunningen ingevolge art. 5, lste lid (buitengewone in richting voor maatschappelijk verkeer) 2 vergunningen ingevolge art. 5, 2de lid (tegen inwisseling van twee bestaande vergunningen). 3 vergunningen op eene andere localiteit (art. 25) 1 vergunning, met koninklijke toestemming, ten name van Vergunningsrecht voor den verkoop van sterken drank in het klein. Verleend: werden Overgeschreven werden

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1910 | | pagina 112