176
III. Handel en scheepvaart.
A. Binnenlandsche handel.
B. Buitenlandsche handel.
Mededeelingen hieromtrent zijn vervat in het hiervoor opge
nomen verslag van de kamer van koophandel en fabrieken te
Breda.
Ofschoon eene dagelijksche algemeene markt bestaat, zijn,
evenals vroeger, de Dinsdagen en Vrijdagen de marktdagen
gebleven. Deze kenmerkten zich in 1910 door heel wat vertier.
De botermarkt is op die dagen geopend van 9 uur vóór
tot 2 uur namiddag.
In de waag werden gewogen 5372 schalen boter met een
gezamenlijk gewicht van 18584 K.G., terwijl buitendien een
niet onbelangrijk gewicht in maten boter verkocht werd. Vorig
jaar werden gewogen 17051 K.G.
De ter vischmarkt aangevoerde zee- en riviervisch bracht in
1910 op f20 594,90, tegen f 19 984,55 in 1909.
Het aantal koopen beliep 61460, tegen 59048 in 1909.
De biggenmarkt, welke zich jaren geleden gevestigd heeft
op het Kasteelplein, geheel buiten bemoeiing van het gemeente
bestuur, wordt gehouden op Dinsdag. De aanvoer bedroeg in
1910 13500 stuks.
Aan het op peil houden van het water is ook in 1910 zooveel
mogelijk zorg besteed.
Het getal schepen, dat de haven in- en uitgevaren is, be
draagt 1656 met eene gezamenlijke tonnemaat van 164 339,
tegen 1718 in 1909 met eene gezamenlijke tonnemaat van
172 728.
c. Scheepvaart.